Hebreeën Deel 9 Hoofdstuk 8-9

Eenwording met het hart van de Here God uit de Hebreeën brief.

8:6-13; Gal.3:19,20. Mozes was de Middelaar van het Oude Verbond (Law).

Ex. 20:18-21. Het volk was bang en ze vroegen of Mozes met God zou spreken.

1.Tim. 2:5. De Middelaar van het Nieuwe verbond is de: Mens; Jezus Christus.

      De nadruk is niet langer de wet van buiten, maar de wil van binnen.

Jer. 31:31-34. Het betere verbond was voorzegd door de profeet Jeremiah.

Jeremiah ontving deze profetie toen de toekomst van Israël er slecht uitzag.

Mark. 14:22-24; Luk. 22:20; 1.Kor.11:23-27; Heb. 9:15; 12:24. Het is duidelijk dat de Here Jezus de Middelaar is geworden van het Nieuwe verbond ( Life).

 De Heere beloofde het Verbond eerst aan de Jood, maar ook aan de Griek.

   Matt. 15:24; 10:5,6; Luk. 24:46-48; Hand.1:8; Hand.2:14,22,36; 3:25,26.

Het is waar dat duizenden het Goede Nieuws aanvaardden in de eerste eeuw.

Hand. 7:54-60;8-10. Anderen niet. Dat zien we bij de steniging van Stefanus.

De reactie van de Heere was dat het Goede Nieuws ook naar de heidenen ging.

Efz. 2:11-22; Gal. 3:27-29. De Gemeente van God zijn alleen wederom geboren Joden en wederom geboren niet Joden die een deel zijn van hetzelfde lichaam.

8:7-12. De belofte van Zijn Genade. De nadruk in het Nieuwe Verbond is: Ik zal.

Rom. 11:6. Zoals Wet en Werken samen gaan, gaan Geloof en Genade samen.

Ezech. 36:26,27; 2. Pet.1:1-4. Zondige mensen hebben een nieuw hart nodig!

2. Kor.3:1-3,18. Zijn Woord in ons hart verandert ons naar het beeld van Jezus.

8:11,12; 10:16,17. De belofte van de volledige vergeving. Dank zij het Kruis.

8:13. Nog enkele jaren en de tempel zou worden vernietigd. Het Joodse volk heeft sindsdien geen nieuwe tempel en priesterdienst meer gehad (Hos. 3:4).

5:9; 9:12. Het Nieuwe Verbond brengt eeuwige zegeningen en een eeuwige verzoening met zich mee. Het zal ook nooit meer verdwijnen en oud worden.

                       Het nieuwe offer en het nieuwe heiligdom.

Een Christen is een inwoner van twee werelden. Het aardse en het Hemelse.

Matt. 22:21. We moeten leren wandelen in geloof in een wereld die geregeerd wordt door hetgeen wat je ziet. Zoals Mozes: Ziende de Onzienelijke (11:24). De wereld zegt: Zien is geloven (Ps. 106:12). Wij zeggen:  Geloven is zien .

Hand. 7:46-50. De Heere wordt vandaag niet aanbeden in gebouwen die met onze handen gemaakt zijn. De woonplaats van de Here God is nu in ons hart.

Dit hoofdstuk laat het verschil zien tussen het Oude en het Nieuwe verbond.

9:11; 8:2; Ex.35;36; 40. Het was een tabernakel die door mensen was gemaakt.

Omdat het een aards gebouw was, had het ook verschillende zwakheden. Het moest geregeld gerepareerd worden en kon maar op een plaats tegelijk zijn.

9:2-7, 23. De tabernakel was een patroon van het Hemelse. Twee gedeelten worden genoemd. Het eerste en (9:2) en het tweede 9:7). Het heilige en het heilige der heiligen. Exodus. 25:31-40; 27:20,21. In het heilige stond de gouden kandelaar. De tafel met de 12 toonbroden en het reukoffer altaar. Alles had een Geestelijke bedoeling.

(a). De gouden kandelaar. De tabernakel had geen raam en ook geen stoel.

De kandelaar zorgde voor licht, zodat de priesters hun dienst konden verrichten

Jes. 42:6; 49:6. Israël was apart gezet om een licht voor de volkeren te zijn.

Fil. 2:14,15. De Here Jezus is het Licht van de wereld. Wij horen ook te schijnen.

(b). Ex. 25:23-30; 37:10-16; Lev. 24:5-9. Er was een tafel met twaalf broden.

Op Shabbat werden de oude broden weg gehaald en verplaatst door nieuwe.

Alleen de priesters mochten deze broden eten in de tabernakel. Het was een herinnering dat de aanwezigheid van de Heere voor hen zorgde. De Here Jezus zei: Ik ben het levende brood dat gegeven is voor de gehele wereld (Joh. 6).

(c). Het reukoffer altaar stond voor het gordijn van het heilige der heiligen.

Lev. 16:12; Ex.40:5; Ps. 141:2. Een beeld van de gebeden van de gelovigen.

Rom. 8:33,34. Het herinnert ons eraan, dat de Here Jezus altijd voor ons bidt.

(d). De ark van het verbond was het enige dat in het heilige der heiligen stond.

Bovenop de ark was het verzoendeksel met de twee Cherubs. Dit was de troon van de Heere God (Ex. 25:10-22; Ps. 80:1 ;99:1). Op de grote verzoendag werd het bloed op het verzoendeksel gesprenkeld. De HEERE ziet de wet niet, die wij gebroken hebben. Hij ziet wel het bloed!  De Here Jezus is ons verzoendeksel

(1.Joh.2:2). Zijn bloed bedekt onze zonden niet alleen, maar neemt ze ook weg.

De belangrijkste waarheid is. Het zijn symbolen, maar niet de werkelijkheid.

(1). 9:6,7. Ontoegankelijk voor alle mensen. Alleen de priesters en de Levieten.

De hoge priester mocht maar één keer met het bloed in het heilige der heiligen

Ook moesten ze eerst voor hun eigen zonden offeren en hun zonden bedekken.

10:19-25. De Hemelse Tabernakel is altijd toegankelijk en ook voor iedereen.

9:6-8. Zolang de priesters dienden in de tabernakel was de weg niet geopend. Toen de Here Jezus stierf scheurde het voorhangsel van boven naar beneden (Matt. 27:50). Er was geen doel voor het heilige of het heilige der heiligen meer

 Er is een nieuwe weg open en alle gelovigen kunnen tot Zijn troon naderen.

(2). 9:9,10. De bediening was uiterlijk en niet innerlijk. De offers en het bloed dat op het verzoendeksel werd gesprenkeld kon het hart niet veranderen. Het geweten werd ook niet gezuiverd en je bleef met schuld gevoelens rondlopen.

9:11-28; 2. Kor. 3:6-18. . De betere en heerlijker Hemelse tabernakel.

9:11. Op ieder gebied is die tabernakel superieur. De nadruk ligt in de Hemel en niet op deze aarde. Alles op deze aarde, inclusief hun prachtige tempel zou spoedig worden vernietigd, maar de hemelse werkelijkheid zal eeuwig bestaan.

8:10; 2. Kor.3:1-3. De bediening van het Nieuwe verbond is in je hart.

De Here Jezus moest eerst voor onze zonden sterven voordat de heilige Geest in ons hart kon komen wonen. De reiniging van ons geweten gebeurt niet door een uiterlijk ceremonieel. Je hebt er innerlijke kracht voor nodig. De tijdelijke zegeningen stonden ook in verband met de gehoorzaamheid van de mensen.

9:12,15. Efz. 1:3. Onze eeuwige erfenis is bovenal Geestelijk in zijn karakter.

Rom.3:24-26. Hun zonden waren bedekt, door het offeren van veel dieren. Hun zonden werden niet weg genomen tot het offer van de Here Jezus op het kruis. De Here Jezus heeft een verzoening teweeg gebracht met een eeuwige erfenis.

9:16-23. Het woord “Verbond” betekent niet alleen een overeenkomst. Het draagt ook de betekenis met zich mee van een laatste wil en een testament. Als iemand zijn wil schrijft, dan is dat van kracht als die persoon sterft (Luk. 22:20).

9:19-21; Ex. 24:3-8. Het boek van de wet was besprenkeld met bloed. Zo was het ook met de mensen, de tabernakel en de meubilering. Het bloed werd niet alleen gebruikt bij het begin van de bediening van het Oude verbond, maar het werd ook dagelijks gebruikt tijdens de bediening (Num. 31:21). Deze reiniging veranderde de innerlijke mens niet. Het bloed moet wel vloeien (Lev. 17:11).

9:14; 9:23. Het bloed van de Here Jezus Christus reinigt niet alleen het geweten van de gelovige, maar ook de hemelse dingen. Door Zijn bloed mogen wij het Heilige der heiligen binnen gaan (10:19-22). Fysiek zijn we op de aarde, maar Geestelijk leven we in een relatie met de Here God. Laten we dit samenvatten:

(1). Het Oude verbond was ingesteld door bloed. Zo ook het Nieuwe Verbond.

(2). Het Nieuwe Verbond is samengesteld op de basis van een beter offer en een betere plaats. Het Oude Verbond was in gesteld door het bloed van dieren. Het betere heiligdom door het bloed van de Zoon van God, wat kostbaarder is.

9:24; Kol2:17. De gelovige van het Nieuwe testament heeft de werkelijkheid.

Pas op dat jij je vertrouwen niet stelt op iets dat met handen is gemaakt. Dat is niet eeuwig. De tabernakel werd vervangen door de tempel en de eerste tempel was verwoest door de Babyloniërs. Toen het Joodse volk terugkeerde herbouwden zij de tempel en Koning Herodus verbeterde hem . In het jaar 70 A.D.  werd die tempel verwoest. Ook de geslacht registers zijn verloren gegaan.

Alles wat met handen gemaakt is vergaat volledig en is betrekkelijk.

Het Oude verbond  ………………………………………………….Het Nieuwe verbond.

Veel offers……………………………………………………………….Een offer.

Het bloed van anderen…………………………………………….Zijn eigen bloed.

De zonde bedekken………………………………………………….De zonden zijn weg!

Alleen voor Israël……………………………………………………..Voor alle mensen.

Verliet het Heilige der heiligen…………….Ging de Hemel binnen en bleef er.

9:24,26. Het woord verschijnen in  verband met alle zonden weg te nemen.

9:24. De Here Jezus verschijnt nu in de Hemel voor ons en Hij bidt (7:25).

9:28.   Eens zal Hij   verschijnen  om ons die geloven thuis te halen (9:28).

9:27. De Heere oordeelt de mens pas na zijn dood. Daar kunnen we van leren!

Wij wandelen in geloof en niet in aanschouwen. Alles is in orde in de Hemel!