Hebreeën Deel 8 Hoofdstuk 7-8

Eenwording met het hart van de Heere God vanuit de Hebreeën brief.

 

6:7-10.De akker herinnert ons aan de gelijkenis van de zaaier (Matt. 13:1-9).

De waarde van de akker ligt in de vrucht. Een gelovige brengt vrucht voort voor de heerlijkheid van de Heer. De doornen verbranden wel, maar niet de akker.

Niet iedere gelovige draagt hetzelfde aantal vrucht, maar wel dezelfde vrucht.

Naar de mate dat we volwassen worden (Matt. 13:23; 7:15-20; Gal. 5:22-26).

6:10. Dit is een van de vruchten die ze produceerden als gevolg van hun liefde voor de gelovigen (1 Thes. 3:1-10). De schrijver is begaan met het feit dat ze tevreden zijn met wat ze bereikt hebben en niet doorgaan tot volwassenheid.

6:11,12. Het is waar, dat de Heere ons tot volwassenheid brengt (1,2), maar wij moeten ook ons deel doen en niet lui zijn (5:11). Vandaar dat we ons ook moeten oefenen in geloof en geduld en de erfenis opeisen zoals Jozua en Caleb

6:13-20. De schrijver eindigt dit gedeelte met een geweldig voorbeeld van de zekerheid van het geloof. Niemand maakt de Geestelijke vooruitgang die we zouden moet maken, maar we hoeven de Heere nooit te vrezen dat Hij ons zal veroordelen. Drie voorbeelden wat betreft de zekerheid van onze redding.

(1). 13-15. Ondanks het falen van Abraham was Isaäk op de juiste tijd geboren Hij heeft de belofte gekregen, door erop te wachten. Wij hebben meer beloften dan Abraham. De boer zaait eerst het zaad en werkt daarna wel aan de akker.

(2). 16-18. De Heere gaf Abraham niet alleen de belofte, maar voegde er ook een eed aan toe en zwoer bij Zichzelf (6:17; 11:9). Met het woord toevlucht nemen is het mogelijk dat de schrijver spreekt over de vrijsteden (Num.35:9). Er waren zes vrijsteden aan iedere kant van de Jordaan. Een man kon er heen vluchten als hij per ongeluk iemand gedood had. De oudsten moesten de zaak nakijken. Als het zo was, mocht hij er wonen tot de dood van de hoge priester. Daarna mocht hij naar huis en werd niet vervolgd. De familie mocht geen wraak nemen op zijn familie, zolang hij in de vrijstad verbleef. De Here Jezus is onze eeuwige vrijstad. Als onze hoge priester, zal Hij nooit sterven (7:25) en hebben we eeuwige redding. Niemand kan wraak op ons nemen. Hij is al gestorven.

(3). 6:19,20. Onze hoop in de Here Jezus is als een anker voor de ziel (Kol.1:5). In de catacomben van Rome vind je liefst 66 verschillende ankers (1 Tim.1:1).

Het geestelijke anker is in de hemel. We zijn niet geankerd om stil te liggen, maar om vooruit te gaan. Onze anker kan niet afbreken of weg glijden. Geen aards anker kan die zekerheid geven. Onze Heiland gaat ons voor in het heilige der heiligen. In het Oude testament was de hoge priester niet zo. Niemand kon en mocht hem toen volgen in het heilige der heiligen. De Here Jezus is wel het heilige der heilige binnen gegaan en eens zullen wij daar komen. In het heilige der heiligen (6:19) en buiten de legerplaats (13:13) vatten deze brief samen. We kunnen vrijmoedig tot Zijn troon van Genade naderen en moeten geen geheime gelovigen zijn. We moeten ons in Zijn lijden met Hem identificeren De gelovige Joodse gelovigen waren verzocht om water bij de wijn te doen.

Als we binnen het voorhangsel leven hebben we hier geen problemen mee.

Van gelovigen wordt verwacht dat ze volwassen worden. De Heere geeft ons de mogelijkheid. Als we afdrijven beginnen we Zijn Woord te twijfelen (2:1) Als we het Woord niet lezen dan worden we lui (5:11).  Zijn anker is veilig en sterk.

7:1. De schrijver begint over Melchizedek om te laten zien dat hij meer is als Abraham en Levi (Abrahams nakomeling). Ook dat zijn priesterschap beter is dan dat naar de orde van Levi (Gen. 14:17-24; Ps. 110:4).  In hoofdstuk acht lezen we van een beter verbond. In hoofdstuk negen vinden we een beter allerheiligste. In hoofdstuk tien vinden we een beter offer. Het Joodse volk was gewend aan het priesterschap van Levi met Aäron als hun eerste hogepriester.

Deze stam was gekozen door de Heere om te dienen in de tabernakel (Ex. 29).

De schrijver vertelt ons dat hun priesterschap is geëindigd. Om te bewijzen dat de orde van Melchizedek beter is dan die van Aäron geeft hij drie argumenten.

(a). 7:1. Hij was Koning en Priester. De troon en het altaar werden nooit door dezelfde persoon bediend en waren altijd gescheiden. Zij die dat probeerden werden door de Heere geoordeeld. Hier is een man met beide bedieningen. Koning en priester en hij was van de allerhoogste God. Aäron had dat nooit.

(b). 7:2. Zijn naam is belangrijk. De naam Melchizedek betekent Koning van rechtvaardigheid. Salem betekent vrede. Hij is de Koning van rechtvaardigheid en vrede. Deze twee woorden worden vaak samen genoemd in de Bijbel. (Jes. 32:17; Ps. 85:10; Jac. 3:17,18; Heb. 12:10,11). Door het kruis en de opstanding van de Here Jezus kunnen de rechtvaardigheid en de vrede elkaar kussen.

(c). Melchizedek ontving tienden van Abraham. Onder de wet was het Joodse volk verplicht om hun tienden te geven om de Levieten in de tabernakel en later de tempel te onderhouden (Lev. 27:30-33; Num. 18:21; Deut. 12:5;14:22).  Als de reis te ver was voor de dieren en de vruchten werd het omgezet in geld. Het begon niet bij Mozes, maar bij Abraham, die dat vrijwillig en een keer gaf.

Het woord tienden wordt acht keer gebruikt (Matt. 23:23;Luk.11:42;18:12; Heb.7:5-9) en wijst op het Oude Verbond. Geen enkele Nieuw Testamentische brief geeft instructies over het geven van tienden en geeft geen berisping in het nalaten ervan. We geloven dat we behoren te geven, maar het is niet verplicht. De Schrift spoort ons wel aan om vrijwillig en met een blijmoedig hart te geven Je mag je tienden geven of de helft zoals Zacheus of alles zoals Barnabbas.

De wet vroeg een tiende (Gal. 5:4). De Genade vraagt een vrijwillige gave en je lichaam (1 Tim.6:18; Rom. 12:2). Gelukkig is de mens die zich niet veroordeelt

(d). 7:3,7, 16. Melchizedek was een man. We hebben geen geslacht register en er staat niets over Zijn dood. Hij dient ons nog steeds als Koning en Priester. Dit was niet zo met de Levieten en Aäron. Jezus bestond voor Abraham (Joh.8:58).

7:4-7. De grootheid van Melchizedek wordt gezien in het feit dat Abraham Hem Zijn tienden geeft van de buit. Hij gaf dit eenmaal en vrijwillig. De Koning vroeg er niet om en had het helemaal niet nodig. Het was een zegen voor Abraham.

De mindere is gezegend door dat wat meer is. Diegene van wie gezegd was dat hij een zegen zou zijn voor alle volkeren  wordt gezegend zonder tegenspraak.

7:8-10. In het geval van Aäron en zijn zonen ontvangen mensen hun tienden.

Bij Melchizedek hebben we geen aanwijzing van zijn dood. Wat de schrijver betreft . Het priesterschap van Melchizedek gaat boven dat van Aäron uit.

7:11. Het priesterschap van Aäron was voorbijgaand van karakter en onvolmaakt. Het geeft aan het geweten geen verlichting. De offeraar wordt niet in staat gesteld om tot de Heere te naderen. Er moet een priester opstaan, naar de orde van Melchizedek. Deze priester is de Here Jezus, die volmaakt is.

7:12-14. De verandering van priesterschap maakt ook een verandering van de wet noodzakelijk. Het is duidelijk dat Jezus tot de stam van Juda behoort. Niemand van die stam, was onder de wet tot de priesterdienst geroepen.

7:15-19. Het priesterschap van Jezus staat op Zichzelf. Het is naar de kracht van een onvergankelijk leven. Als de Zoon van God, leeft Hij in de kracht van  een leven aan de andere kant van de dood. Het priesterschap van Levi is ook terzijde gesteld vanwege zwakheid en nutteloosheid. Het was zwak omdat de priester stierf en nutteloos omdat het de offeraar niet in de nabijheid van de Heere bracht met een geweten dat vrij was van de vrees voor het oordeel.

De wet wijst op betere dingen, maar in zichzelf kan het niets volmaakt maken. Met het priesterschap van Jezus is er de invoering van een betere hoop. Het heeft de gelovige op het oog die tot heerlijkheid wordt gebracht. (10:21,22).

7: 20-22. Ps. 110:4. De eed maakt de zegeningen van het Nieuwe Verbond die rusten op de Here Jezus en Zijn werk zekerder als een rots in de branding.

7:23. Vanwege de dood was niemand in staat om het priesterschap voort te zetten. Na de dood stond de volgende priester op die de noden van de vorige niet kende. Nadat de Here Jezus heeft getriomfeerd over de dood, blijft Hij in eeuwigheid een onveranderlijk priesterschap uitoefenen. Dezelfde (1:11,12).

7:25. Hij kan ons ook van elke vijand redden en ons tot de Here God brengen en tussen beide treden in al onze zwakheden. Het is goed om te weten dat

de Here Jezus 24 uur per dag zeven dag in de week voor ons persoonlijk bidt.

De Here Jezus heeft de prijs betaald voor onze zonden eens en voor altijd (9:25)

Hij neemt ook  de verantwoording op Zich totdat wij ingaan in Zijn heerlijkheid. Omdat hij altijd leeft hebben wij de zekerheid dat Hij ons geen moment in de steek zal laten.  O God …. Zie en aanschouw het aangezicht van Uw gezalfde.

Hebr. 6:19. We hebben zoveel rede tot dankbaarheid, want ons anker is veilig.

                            Het Nieuwe Priesterschap vanuit de Hemel.

 Gebaseerd op een nieuw offer en wordt uitgeoefend in het nieuwe heiligdom 1-5. Het nieuwe priesterschap wordt uitgeoefend in verbinding met de hemel. 6-13.Het nieuwe priesterschap brengt ook een Nieuw en eeuwig Verbond.

8:1,2; 9:24. Deze priester is superieur en Hij dient ons in onze dagelijks nood.

Voetnoot: Zijn dienst voor ons in onze woestijn omstandigheden is voorgesteld in hoofdstukken 2-7. Zijn dienst om ons als aanbidders binnen te brengen in het Hemelse heiligdom wordt in hoofdstukken  8-10 duidelijk aan ons voor gesteld.

(1). 7:26. Zijn morele volmaaktheid. De Here Jezus is onschuldig en onbesmet.

(2). 8:1. Zijn volbrachte werk. Vandaag zit de Here Jezus. Zijn werk is volbracht

(3). Ps.110. Hij zit op de troon in de Hemel aan de rechterkant  van Zijn Vader

(4). Zijn verhoging en Zijn Hemelvaart. Hij is door de Hemelen gegaan (4:14).

Als we over het vorige nadenken, is het duidelijk dat de Here Jezus Zich niet kan verenigen met een Verbond dat het menselijke hart niet kan veranderen.

8:3-5. De lezers van deze brief weten dat er een tempel in Jeruzalem is en dat er ook priesters zijn die daar hun taken vervullen. Het was een verzoeking om daar naar terug te gaan. Hoe weten we dat de Here Jezus een Heiligdom heeft en daar vanuit dient. Niemand heeft Hem in zijn hoge priesterlijke dienst gezien

           Dit is een goede vraag en we hebben ook goede antwoorden.

(a). 8:3. Het logische antwoord: Op het kruis offerde de Here Jezus Zichzelf. De Heiland is een levend offer in de Hemel en hoeft Zich niet opnieuw te offeren.

(b). 8:4. Het geslachtregister antwoord. Jezus kwam van de stam Judah.

De HEERE had beloofd dat de Messias uit die Koninklijke stam zou komen. De priesters van de aardse tempeldienst moesten uit de stam van Levi komen. Als de Here Jezus op aarde was, dan kon Hij geen priester zijn. Hij kan wel in de Hemel dienen, want daar geldt de orde van Melchizedek en niet die van Aäron.

(c). 8:5. Het antwoord van het schaduwbeeld.  Het dienen van de priesters op aarde, was een patroon van het dienen in de Hemelse tabernakel (Ex. 25:40).

Mozes zag dit patroon op de Berg en dupliceerde het in de aardse tabernakel.

Kol. 2:17; Hebr. 10:1. De tabernakel en de tempel waren schaduwbeelden van het werkelijke in de Hemel. Waarom zullen we teruggaan naar de schaduwen?

In het boek Openbaring is het Hemelse beschreven (11:19;21:22;6:9-11;8:3-5;4:6;4:5. Sinds de Here Jezus in het originele Heiligdom dient en niet in het schaduwbeeld (kopie). Waarom zouden we nog langer gemeenschap zoeken in de kopie als we de werkelijkheid hebben. Het is hetzelfde als je probeert te leven in de tekening van een huis in plaats van in het afgebouwde huis zelf.

De schrijver geeft ons 2 bewijzen van de superioriteit van het Nieuwe Verbond.

(1). Gal. 3:19. Mozes was de eerste  Middelaar met de wet op stenen tafelen.

1 Tim.2:5. De Here Jezus was de tweede Middelaar van het Eeuwige verbond.

(2) Jer. 31:31. Het Nieuwe Verbond heeft betere beloften: De wet in ons hart.

7:4-7. De grootheid van Melchizedek wordt gezien in het feit dat Abraham Hem Zijn tienden geeft van de buit. Hij gaf dit eenmaal en vrijwillig. De Koning vroeg er niet om en had het helemaal niet nodig. Het was een zegen voor Abraham.

De mindere is gezegend door dat wat meer is. Diegene van wie gezegd was dat hij een zegen zou zijn voor alle volkeren  wordt gezegend zonder tegenspraak.

7:8-10. In het geval van Aäron en zijn zonen ontvangen mensen hun tienden.

Bij Melchizedek hebben we geen aanwijzing van zijn dood. Wat de schrijver betreft . Het priesterschap van Melchizedek gaat boven dat van Aäron uit.

7:11. Het priesterschap van Aäron was voorbijgaand van karakter en onvolmaakt. Het geeft aan het geweten geen verlichting. De offeraar wordt niet in staat gesteld om tot de Heere te naderen. Er moet een priester opstaan, naar de orde van Melchizedek. Deze priester is de Here Jezus, die volmaakt is.

7:12-14. De verandering van priesterschap maakt ook een verandering van de wet noodzakelijk. Het is duidelijk dat Jezus tot de stam van Juda behoort. Niemand van die stam, was onder de wet tot de priesterdienst geroepen.

7:15-19. Het priesterschap van Jezus staat op Zichzelf. Het is naar de kracht van een onvergankelijk leven. Als de Zoon van God, leeft Hij in de kracht van  een leven aan de andere kant van de dood. Het priesterschap van Levi is ook terzijde gesteld vanwege zwakheid en nutteloosheid. Het was zwak omdat de priester stierf en nutteloos omdat het de offeraar niet in de nabijheid van de Heere bracht met een geweten dat vrij was van de vrees voor het oordeel.

De wet wijst op betere dingen, maar in zichzelf kan het niets volmaakt maken. Met het priesterschap van Jezus is er de invoering van een betere hoop. Het heeft de gelovige op het oog die tot heerlijkheid wordt gebracht. (10:21,22).

7: 20-22. Ps. 110:4. De eed maakt de zegeningen van het Nieuwe Verbond die rusten op de Here Jezus en Zijn werk zekerder als een rots in de branding.

7:23. Vanwege de dood was niemand in staat om het priesterschap voort te zetten. Na de dood stond de volgende priester op die de noden van de vorige niet kende. Nadat de Here Jezus heeft getriomfeerd over de dood, blijft Hij in eeuwigheid een onveranderlijk priesterschap uitoefenen. Dezelfde (1:11,12).

7:25. Hij kan ons ook van elke vijand redden en ons tot de Here God brengen en tussen beide treden in al onze zwakheden. Het is goed om te weten dat

de Here Jezus 24 uur per dag zeven dag in de week voor ons persoonlijk bidt.

De Here Jezus heeft de prijs betaald voor onze zonden eens en voor altijd (9:25)

Hij neemt ook  de verantwoording op Zich totdat wij ingaan in Zijn heerlijkheid. Omdat hij altijd leeft hebben wij de zekerheid dat Hij ons geen moment in de steek zal laten.  O God …. Zie en aanschouw het aangezicht van Uw gezalfde.

Hebr. 6:19. We hebben zoveel rede tot dankbaarheid, want ons anker is veilig.

                            Het Nieuwe Priesterschap vanuit de Hemel.

 Gebaseerd op een nieuw offer en wordt uitgeoefend in het nieuwe heiligdom 1-5. Het nieuwe priesterschap wordt uitgeoefend in verbinding met de hemel. 6-13.Het nieuwe priesterschap brengt ook een Nieuw en eeuwig Verbond.

8:1,2; 9:24. Deze priester is superieur en Hij dient ons in onze dagelijks nood.

Voetnoot: Zijn dienst voor ons in onze woestijn omstandigheden is voorgesteld in hoofdstukken 2-7. Zijn dienst om ons als aanbidders binnen te brengen in het Hemelse heiligdom wordt in hoofdstukken  8-10 duidelijk aan ons voor gesteld.

(1). 7:26. Zijn morele volmaaktheid. De Here Jezus is onschuldig en onbesmet.

(2). 8:1. Zijn volbrachte werk. Vandaag zit de Here Jezus. Zijn werk is volbracht

(3). Ps.110. Hij zit op de troon in de Hemel aan de rechterkant  van Zijn Vader

(4). Zijn verhoging en Zijn Hemelvaart. Hij is door de Hemelen gegaan (4:14).

Als we over het vorige nadenken, is het duidelijk dat de Here Jezus Zich niet kan verenigen met een Verbond dat het menselijke hart niet kan veranderen.

8:3-5. De lezers van deze brief weten dat er een tempel in Jeruzalem is en dat er ook priesters zijn die daar hun taken vervullen. Het was een verzoeking om daar naar terug te gaan. Hoe weten we dat de Here Jezus een Heiligdom heeft en daar vanuit dient. Niemand heeft Hem in zijn hoge priesterlijke dienst gezien

           Dit is een goede vraag en we hebben ook goede antwoorden.

(a). 8:3. Het logische antwoord: Op het kruis offerde de Here Jezus Zichzelf. De Heiland is een levend offer in de Hemel en hoeft Zich niet opnieuw te offeren.

(b). 8:4. Het geslachtregister antwoord. Jezus kwam van de stam Judah.

De HEERE had beloofd dat de Messias uit die Koninklijke stam zou komen. De priesters van de aardse tempeldienst moesten uit de stam van Levi komen. Als de Here Jezus op aarde was, dan kon Hij geen priester zijn. Hij kan wel in de Hemel dienen, want daar geldt de orde van Melchizedek en niet die van Aäron.

(c). 8:5. Het antwoord van het schaduwbeeld.  Het dienen van de priesters op aarde, was een patroon van het dienen in de Hemelse tabernakel (Ex. 25:40).

Mozes zag dit patroon op de Berg en dupliceerde het in de aardse tabernakel.

Kol. 2:17; Hebr. 10:1. De tabernakel en de tempel waren schaduwbeelden van het werkelijke in de Hemel. Waarom zullen we teruggaan naar de schaduwen?

In het boek Openbaring is het Hemelse beschreven (11:19;21:22;6:9-11;8:3-5;4:6;4:5. Sinds de Here Jezus in het originele Heiligdom dient en niet in het schaduwbeeld (kopie). Waarom zouden we nog langer gemeenschap zoeken in de kopie als we de werkelijkheid hebben. Het is hetzelfde als je probeert te leven in de tekening van een huis in plaats van in het afgebouwde huis zelf.

De schrijver geeft ons 2 bewijzen van de superioriteit van het Nieuwe Verbond.

(1). Gal. 3:19. Mozes was de eerste  Middelaar met de wet op stenen tafelen.

1 Tim.2:5. De Here Jezus was de tweede Middelaar van het Eeuwige verbond.

(2) Jer. 31:31. Het Nieuwe Verbond heeft betere beloften: De wet in ons hart.