Hebreeën Deel 4 Hoofdstuk 3

Hebreeën 3

Eenwording met het hart van God

3:1. Heilige broeders betekent dat zij allen wederom geboren broeders waren. De schrijver schrijft aan hen die bij de Gemeente van de Here Jezus behoren. Gelovigen delen niet alleen in de Hemelse roeping, maar ook in Jezus Christus. Efz. 5:30. Door de inwonende heilige Geest zijn we allen leden van Zijn lichaam. Heb. 6:4; Rom. 8:9; Heb. 12:8.Omdat we Zijn kinderen zijn disciplineert Hij ons. We worden opgeroepen om in te zien dat we vreemdelingen zijn hier op aarde en constant aan de Here Jezus moeten denken en ook naar Hem opzien (12:2).

3:2-6. Mozes was een trouwe en gewillige dienstknecht in zijn huis geworden. De Here Jezus is veel meer dan Mozes want Hij is de Bouwer van het huis. Mozes is de dienstknecht van het huis, maar de Here Jezus is de enige Zoon. Num.12:7. Mozes was een zondaar. De Here Jezus is zonder zonde en is God. Mozes was een schaduwbeeld van de Here Jezus, als Jood die nooit slaaf was. Mozes sprak over dat wat komen moest, maar de Here Jezus is de vervulling. 8:8:5; 10:1. Mozes diende in de schaduw, maar de Here Jezus is het volle licht. Het huis van Mozes was met veel wetten om in een relatie met God te komen. Het huis van de Here Jezus zijn wij die wederom geboren zijn (1 Kor.3:16; 6:19). Joh. 5:46. Luk. 24:27. Mozes wees en schreef altijd en alleen op de Here Jezus. De tweede waarschuwing gaat over de verharding van ons innerlijke hart.

3:7-9. Dat was voorheen gebeurd in de woestijn en dat kan opnieuw gebeuren. Ps. 95:7-11. Ex. 17; Num. 13:25-29; 14:4. De Heilige Geest spreekt nog steeds! Het was juist in een tijd dat de Here God heel veel wonderen iedere dag deed. De Heere voorzag in van alles en de mensen werden genezen als ze naar de koperen slang keken. Het was de mooiste, maar ook de verdrietigste tijd van hun eigen geschiedenis. De Here God was heel boos op hen veertig jaar lang. Het is mogelijk om allerlei wonderen te zien en toch is de Heere boos op je! Het volk ging uit het Land en ook door de woestijn om in Canaän aan te komen. Dit is een schaduwbeeld van het leven van een gelovige. Egypte is een type van de slavernij van de zonde (Jud.5) Het Paaslam dat geslacht werd is een type van de Here Jezus die de zonde van de wereld heeft weg genomen(1 Kor. 5:7). De uittocht van Egypte is een schaduwbeeld van de verlossing van hun zonde. Luk. 9:31. Zijn dood wordt ook op de berg van verheerlijking: Exodus genoemd. 1.Kor.10:2. Het wandelen door de rode zee is een schaduwbeeld van de doop. Zij verlieten hun oude slavenleven en begroeven dat in de rode zee. Ze kwamen aan de andere kant omhoog in een nieuwe wereld. Eer voor de Heer (Ex. 15). 1.Kor.10:4. Het water uit de rots, wat ze dronken was ook een beeld van Jezus. Het water, waardoor ze geen dorst meer hadden was ook een beeld van Jezus. Joh. 6:51. Het manna wat ze allen dagelijks aten was ook een beeld van Jezus. Het Land Canaän was hun eind bestemming, waar ze eindelijk Zijn rust ingaan. Het kan zijn in ons geloofsleven dat we niet vooruit gaan maar in cirkels draaien Opmerkelijk dat het volk 40 jaar in de woestijn ronddwaalde. Het was ongeveer 40 jaar, na de dood van de Here Jezus dat de tempel werd verwoest en het volk door de wereld verspreid werd . (70. A.D. Onder de Romeinse generaal Titus).

3:10.Num. 14:38. De Heere ziet altijd het hart aan. Hij zag dat ze met hun hart dwaalden. De reuzen waren niet onder hun voeten zoals bij Jozua en Caleb.

3:11. In Zijn toorn zei de Heere: Zij zullen Mijn rust niet ingaan. Dat is Canaän.

3:12; Rom. 15:4. Het is goed om nu ons eigen hart te onderzoeken: Vandaag!

3:13. Het is ook de plicht van ons allen om vandaag goed op elkaar te letten.

3:14. We zijn ook deelgenoten van Jezus als we in het volste vertrouwen leven.

3:15. Wij kunnen het Goede Nieuws voorbij gaan lopen en weer terug keren, naar het leven onder het oude verbond en in eigen kracht de wet gaan houden.

3:16,17. Die hele generatie (Behalve Jozua en Caleb) die toen onder Mozes het land Egypte verlieten zijn gedurende die veertig jaar in de woestijn gestorven.

3:18,19. Het was hun ongeloof, waardoor die generatie de erfenis niet ontving. Wij moeten ons goed onderzoeken of wij geen slecht en ongelovig hart hebben Het volgende hoofdstuk gaat over Zijn rust. Er zijn verschillende soorten van rust. God rustte na zes dagen (Gen.2:2; 1:31). Dit is de rust van voldaanheid. Joh. 5:17. Die rust is verstoord vanwege de zondeval. Sinds die tijd werkt de Vader altijd om die rust te krijgen. Canaän was bedoeld als een Land van rust. Wij als gelovigen worden uitgenodigd om te leven vanuit Zijn rust (Matt.11:28).

Voetnoot: Ex. 3:8. De Heere bevrijdde hen uit Egypte om hen in het Land van overvloed te brengen. Uit het land Egypte komen, was de helft van Zijn doel! Deut. 6:23. Zij kwamen uit om in te gaan en een zegen voor de wereld te zijn. Lev. 25:38. De Heere herinnerde hen vaak aan Zijn eind doel in de woestijn. Gen.12:1-3. Dit was de belofte, die de Heere aan de aard vaders gegeven had. Waarom redde de Here God ons? Was het omdat Hij medelijden met ons had. Redde de Heere ons, zodat wij alleen maar vergeving van zonden ontvangen? Redde Hij ons, zodat we naar de Hemel gaan in plaats van de hel? Al deze dingen zijn waar! Als we luisteren naar Jezus en de boodschappen van Paulus (9) Petrus (8) Stefanus(1) Filippus (1) dan ging het niet over naar de Hemel gaan De rede is dat we hier heilig leven en dat de Here Jezus zal wonen in ons hart. Onze positie hier op aarde vinden we duidelijk in de eerste drie hoofdstukken van de Efeze brief, waarin onze positie beschreven staat zonder één gebod! De Heere verlangt dat we niet alleen vergeving van zonden ervaren, maar ook dat we de overwinning over de zonde hebben zodat die niet over ons heerst. Er waren in de woestijn vijanden, maar in het beloofde Land zijn er meer (30). Wandelend in geloof konden allen verslagen worden. Zijn rust is beschikbaar!